Sine ira et studio

H12 (5) – PLINIUS Epistulae 10.96 (7-8) > EP. 10.96 (p.148, rr. 6 – 13); C. De gebruiken van degenen die zich christen noemen (2)

Quibus peractis morem sibi^699 discedendi fuisse^700 rursusque coeundi^701 ad capiendum^702 cibum, promiscuum^703 tamen et innoxium^704; quod ipsum^705 facere desisse post edictum meum, quo secundum mandata tua hetaerias^706 10 esse vetueram. Quo magis necessarium ^esse credidi ex duabus ancillis, quae ministrae dicebantur, quid esset veri, et per tormenta quaerere^707. Nihil aliud inveni quam superstitionem pravam et immodicam^708.

Dat ze, nadat deze ten uitvoer waren gebracht/ze dit ten uitvoer hadden gebracht, de gewoonte hadden gehad om uiteen te gaan en om weer samen te komen om een maaltijd te nuttigen, echter een alledaagse en onschuldige; dat ze waren opgehouden juist dit te doen na mijn verordening, waarin ik in overeenstemming met uw instructies verboden had dat er genootschappen waren/mochten zijn. Des te meer geloofde ik dat het noodzakelijk was om van twee slavinnen, die diaconessen werden genoemd, en wel onder martelingen te vernemen, wat (ervan) waar was. Ik heb niet anders gevonden dan een slecht en buitensporig bijgeloof.

H12 (5) – PLINIUS Epistulae 10.96 (9-10) > EP. 10.96 (p.150, rr. 1 – 5); D. Het christendom breidt zich uit, maar kan nog worden tegengehouden (1)
1 Ideo^709, dilata cognitione^710, ad consulendum^711 te decucurri. Visa est^712 enim^713 mihi res digna consultatione^714, maxime propter^715 periclitantium^716 numerum. Multi enim omnis aetatis, omnis ordinis, utriusque^717 sexus etiam^718, vocantur in periculum et 5 vocabuntur.^719	Daarom ben ik, na het gerechtelijk onderzoek te hebben uitgesteld, ertoe overgegaan om u te raadplegen. Want de zaak scheen mij advies waard, vooral wegens het aantal van hen die in gevaar zijn. Want velen van iedere leeftijd, van iedere stand, ook van beide geslachten, worden in gevaar ge-bracht en zullen dat worden.