Sine ira et studio

H14 (1) – MARTIALIS II Epigrammen II > Ep. 10.20 (p.180, vv. 1 – 11); C. Lof voor Plinius (1)

1 Nec doctum satis et parum severum^895, sed non rusticulum^896 tamen libellum facundo mea Plinio Thalia^897 i perfer^898: brevis est labor peractae 5 altum vincere tramitem Suburae. Illic Orphea^899 protinus videbis udi vertice lubricum^900 theatri^901 mirantesque feras avemque regem^902, raptum quae Phryga^903 pertulit Tonanti; 10 illic parva tui domus Pedonis^904 caelata est aquilae minore^905 pinna.

Ga, mijn Thalia, breng aan/naar de welsprekende Plinius een boekje, én niet voldoende geleerd/verfijnd én te weinig ernstig, maar toch niet tamelijk simpel/plomp: het is een korte inspanning om het hoge pad te overwinnen na het doorkruisen van de Subura. Daar zul je direct Orpheus zien, glibberig op de top van zijn natte theater, en (je zult zien) wilde dieren, die zich verwonderen/(hem) bewonderen en de koninklijke vogel, die de geroofde Frygiër overbracht aan de Donderaar; daar is het kleine huis van jouw Pedo met reliëfwerk versierd met een kleinere vleugel van een adelaar.

H14 (1) – MARTIALIS II Epigrammen II > Ep. 10.20 (p.180, vv. 12 – 21); C. Lof voor Plinius (2)

Sed^906 ne tempore non tuo^907 disertam^908 pulses ebria^909 ianuam videto^910: totos dat tetricae dies Minervae^911, 15 dum centum studet auribus virorum^912 hoc quod saecula posterique possint Arpinis^913 quoque comparare chartis. Seras tutior ibis ad lucernas: haec hora est tua, cum furit Lyaeus, 20 cum regnat rosa, cum madent capilli^914: tunc me vel rigidi legant Catones^915.

Maar pas op dat je niet op een verkeerd moment dronken beukt op de welsprekende deur: hij besteedt gehele dagen aan de ernstige Minerva, terwijl hij zich voor de oren van de honderdmannen wijdt aan dat, wat de eeuwen/generaties en het nageslacht ook kunnen vergelijken met Cicero’s geschriften. Je zult veiliger gaan later op de avond/bij de avondlampen: dat is jouw uur, wanneer Lyaeus uitgelaten is, wanneer de roos/krans heerst, wanneer de haren vochtig zijn: laat dan zelfs strenge mannen als Cato/strenge Cato’s mij lezen!