Sine ira et studio

H13 (3) – MARTIALIS I Epigrammen I > Ep. 8.65 (p.175, vv. 7 – 12); N. Een triomfboog voor Domitianus (2)

Grande loci meritum^873 testantur^874 et altera dona^875: stat sacer et domitis gentibus arcus ovat^876; hic^877 gemini currus^878 numerant elephanta^879 frequentem, 10 sufficit immensis aureus ipse iugis. Haec est digna tuis, Germanice^880, porta triumphis^881: hos aditus^882 urbem Martis^883 habere decet^884.

Ook een ander geschenk getuigt van de grote verdienste van de plaats: een heilige triomfboog staat (er) en juicht over de overwonnen volkeren; hier tellen twee wagens/zijn twee wagens ingespannen voor talrijke olifanten, de keizer zelf, van goud, is sterk genoeg voor de reusachtige wagens. Deze poort is uw triomftochten/triomfen waard, Germanicus: het is gepast dat de stad van Mars deze ingang heeft.

H13 (3) – MARTIALIS I Epigrammen I > Ep. 9.91 (p.178, vv. 1 – 6); R. Lof voor Domitianus (1)
1 Ad cenam si me diversa^885 vocaret^886 in astra hinc invitator Caesaris^887, inde Iovis, astra^888 licet propius^889, Palatia longius^890 essent, responsa ad superos haec referenda^891 darem: 5 ‘Quaerite qui^892 malit^893 fieri conviva^894 Tonantis: me meus in terris Iuppiter ecce tenet.’	Als aan de ene kant de uitnodiger van Caesar, aan de andere kant van Jupiter mij voor een diner zouden uitnodigen naar/in geheel verschillende hemels, ook al waren de sterren dichterbij, en het paleis verder weg, (dan) zou ik dit antwoord geven om te berichten aan de goden: ‘Zoek iemand/hem, die liever een gast van de Donderaar wil worden: kijk, mijn Jupiter houdt mij op de aarde’.

14 Martialis II
Epigrammen (Nerva - Trajanus)
10.20
10.72
11.5

Plinius’ brieven

3.21