Sine ira et studio

H10 (3) – PLINIUS Epistulae 9.36 (4-6) > EP. 9.36 (p.130, rr. 1 – 7); C. Het diner en de avond (1)

1 Cenanti mihi, si ^ceno cum uxore vel paucis^505, liber legitur^506; post cenam comoedia aut lyristes^507 ^est; mox cum meis ambulo, quorum in numero sunt eruditi^508. Ita variis sermonibus vespera extenditur, et quamquam longissimus dies^509 bene conditur. Non numquam 5 ex hoc ordine aliqua mutantur^510; nam, si diu iacui vel ambulavi^511, post somnum demum lectionemque non vehiculo sed, quod brevius ^est, quia velocius ^est, equo^512 gestor.

Voor mij wanneer ik dineer, als ik met mijn vrouw of met weinige vrienden dineer, wordt een boek voorgelezen; na het diner is (er) een blijspel of een lierspeler; snel daarna wandel ik met mijn vrienden, in wier aantal/onder wie geleerden zijn. Zo wordt de avond met afwisselende gesprekken verlengd, en wordt de dag, ook al is hij zeer lang, goed afgesloten. Soms worden van dit programma enkele bezigheden veranderd; want, als ik lang heb gelegen of gewandeld, rijd ik pas na mijn siësta en het lezen niet op een wagen, maar op een paard, wat korter duurt omdat het sneller is/gaat.

H10 (3) – PLINIUS Epistulae 9.36 (4-6) > EP. 9.36 (p.130, rr. 7 – 13); C. Het diner en de avond (2)

Interveniunt amici ex proximis oppidis, partemque diei ad se trahunt^513 interdumque lasso mihi opportuna interpellatione subveniunt^514. Venor 10 aliquando, sed non sine^515 pugillaribus, ut, quamvis nihil ceperim, non nihil^516 referam. Datur^517 et colonis, ut videtur ipsis, non satis temporis, quorum mihi agrestes querelae litteras nostras et haec^518 urbana opera^519 commendant^520. Vale.

Vrienden komen langs uit dichtbij (gelegen) steden, en zij trekken een deel van de dag naar zich toe en soms helpen zij mij moe (als ik ben) met een welkome onderbreking. Soms jaag ik, maar niet zonder mijn aantekenboekje, opdat ik, ook al heb ik niets gevangen, niet niets terugbreng. Ook wordt aan de pachters, zoals het hun zelf toeschijnt, niet voldoende tijd gegeven, wier plattelandsklachten voor mij onze/mijn literaire bezigheden en deze activiteiten van de stad/verfijnde activiteiten aangenaam maken. Gegroet.

11 Plinius’ brieven
Plinius geeft advies

8.24