R. P. Heling msc & Drs. A. A. de Haas

Nederlands: 
Introductie literatuur 
ICT ontwikkelingen -> tijd en plaats onafhankelijk werken -> invloed op organisatiestructuur en –
cultuur -> invloed op (academische) werkplek  
 
1.
 
Hiërarchie 
a)
 
Literatuur gericht op HNW toont aan dat de scheiding tussen leiderschap en uitvoering 
van werk zal afnamen (bijv. minder hiërarchie). Bent u het hiermee eens? 
b)
 
Welke invloed heeft dit op de academische kantoorwerkplek bij implementatie van 
HNW?  
 
2.
 
Training 
a)
 
Literatuur gericht op HNW toont aan dat de behoefte aan training toeneemt, aangezien 
medewerkers moeten leren hoe om te gaan met de veranderingen. Bent u het hiermee 
eens? 
b)
 
In  hoeverre  verwacht  u  dat  dit  ook  het  geval  is  met  betrekking  tot  de  academische 
kantoorwerkplek? 
c)
 
Hoe  beïnvloedt  dit het gebruik van de academische kantoorwerkplek  bij implementatie 
van HNW?  
 
3.
 
Afdelingsvorming 
a)
 
Literatuur gericht op HNW beschrijft een toename van informeel gedrag op de werkvloer, 
veroorzaakt  door  een  andere  werkplekinrichting  (open  space  planning).  Bent  u  het 
hiermee eens?  
b)
 
Leidt  een  toename  van  informeel  gedrag  op  de  werkvloer  tot  een  andere  manier  van 
afdelingsvorming  en,  zo  ja,  hebben  deze  nieuw  gevormde  afdelingen  invloed  op  het 
gebruik van de academische kantoorwerkplek? 
 
4.
 
Beheersing 
a)
 
Literatuur gericht op HNW beschrijft een verschuiving van beheersing op aanwezigheid 
naar beheersing op resultaat. Bent u het hiermee eens? 
b)
 
Hoe beïnvloedt dit de academische kantoorwerkplek bij implementatie van HNW?  
 
5.
 
Communicatie 
a)
 
Literatuur gericht op HNW suggereert dat er minder behoefte is aan ‘verbindingsfuncties’ 
(liaison)  binnen  organisaties,  doordat  men  elkaar  makkelijker  kan  vinden.  Deze 
verbindingsfuncties  worden  dus  ingevuld  door  werknemers/afdelingen  zelf  door 
HNW/ICT ontwikkelingen. Bent u het hiermee eens?  
b)
 
Hoe beïnvloedt dit de academische kantoorwerkplek bij implementatie van HNW?  
 
6.
 
Autonomie 
a)
 
Literatuur  gericht  op  HNW  beschrijft  een  toenemende  autonomie  voor  medewerkers. 
Bent u het hiermee eens?  
b)
 
Hoe beïnvloedt dit de academische kantoorwerkplek bij implementatie van HNW? 
 

---

 
73 | 
P a g e
 
 
 
7.
 
Organisatiebinding 
a)
 
Literatuur  gericht  op  HNW  waarschuwt  voor  een  potentiële  afname  van 
organisatiebinding,  doordat  werknemers  minder  vaak  fysiek  aanwezig  zijn  bij  de 
organisatie. Bent u het hiermee eens?   
b)
 
Hoe kan een organisatie voorkomen dat mensen binding met de organisatie verliezen? 
c)
 
Hoe beïnvloedt dit (het gebruik van) de academische kantoorwerkplek bij implementatie 
van HNW?  
 
8.
 
Fysieke kantoorinrichting 
a)
 
Literatuur gericht op HNW toont  aan dat de  fysieke kantoorinrichting gaat veranderen. 
Bent u het hiermee eens?  
b)
 
Hoe beïnvloedt dit de academische kantoorwerkplek bij implementatie van HNW? 
 
9.
 
Welke  (andere)  consequenties  zal  Wageningen  UR  mee  geconfronteerd  worden  door  de 
opkomende  populariteit  van  tijd  en  plaats  onafhankelijk  werken,  in  relatie  tot  de 
academische  kantoorwerkplek,  en  hoe  kan  Wageningen  UR  hierop  anticiperen?  
 
10.
 
Hoe ziet de academische kantoorwerkplek van de toekomst eruit? 
 
 
 

---

 
74 | 
P a g e